Kerk & Muziek - jun. 2012
Voor mij ligt deel vijf in de reeks met bewerkingen van Bachcantates voor orgel vierhandig door de broers Euwe en Sybolt de Jong. Om het kamermuziekkarakter van het repertoire op deze cd optimaal recht te doen, viel de keus op het Christian Vater-orgel uit 1724 in de St. Petrikirche in de Duitse stad Melle. In deze relatief kleine kerk komt de stemvoering van de gespeelde bewerkingen goed tot uitdrukking. Uit tal van cantates van Palmzondag tot en met Pinksteren werd een fraai en afwisselend programma samengesteld van diverse barokvormen.
De manier waarop Euwe en Sybolt de Jong de vocale muziek van Bach ‘vertalen’ naar het orgel, dwingt groot respect af.
Dat manifesteert zich al direct in de opening van de cd: de bewerking van het openingskoor ”Himmelskönig, sei willkommen” uit cantate 112.
De blijde intocht van Christus in Jeruzalem wordt hier verklankt in de stijl van een Franse ouverture, zij het met een ernstige, op Goede Vrijdag vooruitlopende ondertoon.
De bekende en vaak uitgevoerde pinksteraria ”Mein gläubiges, Herze, frohlocke, sing, scherze” klinkt onder de handen en voeten van de broers alsof ze ter plekke en voor het orgel is gecomponeerd.
Een van de hoogtepunten van de cd is voor mij het ‘Concerto à la Brandenburg’, een samenvoeging van een drietal concertante delen uit het Paasoratorium (BWV 249). Wat een feest!
En Bach? Hij zou genoten hebben van deze bewerkingen!
Hij arrangeerde er immers zelf ook lustig op los.
Kopen deze cd!
Okke Dijkhuizen
> Terug